· 

Een gekooide leeuwenmoeder

Mijn verhaal

 

Het is vrijdagavond (april 2015), zes dagen geleden werd mijn elfjarige zoon mishandeld door twee pubers, er stond een flinke groep omheen. De week is als een film verlopen, gisteren begonnen de herbelevingen vandaag was eindelijk de aangifte welke de politie eigenlijk niet op wilde nemen. "In hun ervaring was dat niet verstandig in een klein dorp” en in “hun ervaring kwamen die jongens er toch mee weg”. Als ik boos word, word ik gesust mijn eerste ervaring dat ‘ik wel zal overdrijven’. Ondanks de herbelevingen wordt het een gewone aangifte, er komt (ondanks ons verzoek) niemand bij die ervaring heeft met trauma of met kinderen. “Jullie moeten hem niet te veel pamperen” wordt ons verteld. Aan het einde wordt ons gevraagd wat ons doel is/ wat we hopen. We zijn het eens, we zitten hier niet uit wraak, we willen dat het stopt! Het is niet de eerste keer, toen hij vijf en half was schopten deze jongens (+1 extra) hem als een bal over het schoolplein, daarna bleef het in wisselende samenstelling een paar keer per jaar gebeuren. Al die jaren was het ons niet gelukt het te stoppen, niet met de ouders, niet met de school, niet met de kinderen zelf. Nooit was de aanval zo erg als deze keer. “Het moet stoppen” zeggen we, ze hoeven echt geen detentie, maar wel behandeling of in ieder geval een leerstraf. De agent knikt bevestigend als ik zeg; “Dat ik vanuit mijn werk de ervaring heb dat jongeren daar meestal alleen maar slechter van worden”. Deze zelfde vrijdag hoorde ik 1 van de getuigenverklaringen, gingen we naar de huisarts en waren er forse herbelevingen. ’s Avonds laat bel ik de huisartsenpost, hoe komen we zo het weekend door? (De volgende dag krijgt hij medicijnen en een spoed aanvraag voor behandeling).

 

Ik ga (weer) naar bed met twee kinderen in mijn armen die, wanneer ze eindelijk in slaap vallen, van de ene nachtmerrie in de andere komen. Na uren zacht sussen lijken ze wat dieper in slaap te vallen en terwijl ik daar lig, kom ik voor het eerst deze week bij mijn gevoel. Zachtjes sluip ik naar beneden, mijn man slaapt inmiddels op de bank (beetje vol in bed). Langs het aanrecht zak ik naar beneden in een foetushouding op de grond. Ondanks dat ik normaal niet in beelden kan denken zie ik voortdurend voor me hoe mijn kind, mijn ‘baby’ te grazen is genomen. Ik heb het vandaag meerdere keren gehoord en (door de herbelevingen) gezien. Mijn beeld zal niet 100 procent hetzelfde zijn, maar ik ken de gezichten, de locatie en nu de acties. Over en over gaat het door mijn hoofd, wanneer mijn man bij me komt zitten en me in zijn armen neemt gaan golven van verdriet, boosheid, walging, schuldgevoel en onmacht door mij heen. Ik word erin meegesleurd het enige wat ik nog herhaal, is: “mijn kind, mijn kind” en “mijn schuld”. Zijn liefde zet op dat moment mijn gevoel nog verder open, mijn lichaam trekt het niet meer en ik geef over. Na mijn gezicht gewassen te hebben haal ik diep adem en  zeg tegen mijn enigszins verbaasd (vanwege het snelle schakelen) kijkende man: “ik moet naar bed, ze kunnen niet zo lang alleen blijven”. Naast het bed kijk ik naar ze “ik moet sterk zijn niet meer instorten”. Zachtjes wurm ik me weer tussen twee warme lijfjes, een schrikreactie levert me daarbij een klap in mijn gezicht op van een slapend mannetje. “Doet geen pijn, voel er niets van. Ik ga dit fixen. Het komt goed!"

 

De eerste twee weken hadden we het gevoel dat we gesteund werden, de huisarts regelde vlot een behandelaar. Er zijn medicijnen voorgeschreven. We hadden het volle vertrouwen dat de politie hun werk zouden doen, ook door de sterke getuigenverklaringen. Hadden vertrouwen in het behandelteam en de mensen in onze omgeving leken oprecht geschrokken en meelevend.  Zoon had ernstige herbelevingen, maar het was nog hanteerbaar. Achteraf waren de eerste signalen er al wel. School had een email rondgestuurd dat er met 1 van de leerlingen een naar incident was gebeurd en dat hier in de groepen over gesproken was (omdat er heftige emoties waren onder de kinderen). Zoon en zijn getuigen zaten hier op school en ondanks dat zoon niet op school was, was hier natuurlijk over gesproken. De ouders van de daders hebben daarop een klacht ingediend tegen de directie.

 

 Na 2 weken werd ik op mijn verzoek gebeld door de politie, zij gaven aan dat het dorp zweeg in alle toonaarden en dat, dat vaak voorkwam in kleine kernen. Wij waren nu eenmaal buitenstaanders, in mijn naïviteit lachte ik hem uit. Dat kan niet, wie kan nu zijn mond houden als er zoiets erg gebeurd met een kind? En we wonen hier al 14 jaar! Verder gingen ze overleggen of ze een oproep gingen doen via social media om de 2 volwassen getuigen te vinden, ook vroeg hij mij om erover te gaan praten in het dorp.

 

Dit deed ik met enige tegenzin (het voelde als stoken) eerst de naam van de hoofddader (diegene die de ergste dingen had gedaan) op deze naam werd vooral roddelend gereageerd: “altijd al gedacht”, “die jongen deugt niet”. Stom genoeg vond ik het nog zielig ook, de hulpverlener in mij zag waar zijn gedrag vandaan kwam. Toen de naam van de tweede dader bekend werd, sloeg alles om. Ineens was alles gelogen of anders uitgedaagd. De ouders dienden een klacht in tegen de wijkagent, hij had aangifte moeten voorkomen. Mensen die eerst druk aan het speuren waren op YouTube om te kijken of er misschien iets gepost was wat als extra bewijs kon dienen, bleven nu weg. Iemand die onze zoon eerst een groot cadeau had laten bezorgen, sloeg om en koos de andere kant. In de maanden daarna raakten we steeds meer geïsoleerd

 

Opeens waren we (bijna) alleen. We focusten ons op behandeling, herstel en terug naar school (want ja, die leerplicht). We dachten dat wanneer het bij justitie rond was en zoon hersteld was het opgelost zou zijn. Wel vonden we dat alles lang duurde en er weinig van de zaak kwam, social media ging niet door maar: “de getuigenverklaringen die er waren, waren genoeg”. De medische verklaringen van de jeugdpsychiater en de arts die vastgesteld had dat er hersentrauma was met functieverlies werden ook niet opgehaald. We kwamen er ook achter dat de aangifte gedaan was als ‘eenvoudige mishandeling’ maar ook dat was te laat en hadden we in onze stress niet gezien. De psycholoog heeft nog met de wijkagent moeten bellen om te verklaren dat onze zoon echt Ptss had en “ja dat kan een kind ook krijgen”.

 

Inmiddels had de hoofddader waarschijnlijk het gevoel dat er niets meer van zou komen en hij begon langs te fietsen, stopte voor het raam om zijn middelvinger op te steken. Telkens wanneer dat gebeurde, werd er direct een herbeleving getriggerd en moesten we met zoon bezig. De derde keer was mijn man erbij dus ik stoof naar buiten en schreeuwde hem na dat hij “op moest donderen uit de straat en niet meer terugkomen”, aan het eind van de straat draaide hij zich om lachte naar me en zwaaide. Ik heb de politie gebeld en melding gemaakt (ook van wat ik gezegd had, ik was nog steeds doodsbang dat ik de zaak zou verpesten en het zo zou blijven). Er werd me medegedeeld dat zolang hij op een openbare plek was ik hem “enkel kon verzoeken om weg te gaan”. Aangezien ik nog liever stikte dan die woorden te zeggen, hebben we sinds die tijd vaak de gordijnen dicht gehad en heb ik hem meerdere keren gefilmd voor het geval het nodig was als bewijs. Later in de tijd zou hij zelfs een vriendje meenemen en op straat voor ons huis rondhangen. Als hij ons buiten zag en niemand hem kon horen schold hij ons uit. De enorme frustratie van het uitgelokt worden maar niets mogen doen, enerzijds vanwege je eigen principes, anderzijds uit angst dat de zaak verpest werd. Het heeft ons enorm veel pijn gedaan dat een hele buurt dit zag gebeuren en niemand wat deed.

De communicatie met politie/OM e.d was een drama, bang dat ik weer overdreven over zou komen wachtte ik telkens lang voordat ik weer eens informatie ging vragen. Iedere keer was het weer een zoektocht waar de zaak lag. De jongens konden niet naar Halt daarvoor was de zaak te zwaar, daarom ging het naar het ZSM-team, terug naar de politie (weer vragen aan zoon en getuigen + getuigen die ze nogmaals wilden spreken, maar uiteindelijk dan toch niet opriepen), terug naar ZSM toch te zwaar voor ZSM etc. etc. Langzaam begon ik weer een beetje vertrouwen te krijgen, ze namen het serieus op dat moest wel als het overal te zwaar voor was. Echter tot op de dag van vandaag hebben we nooit meer iemand gesproken. Niemand wilde ons verhaal horen.

 

Ondertussen bestond ons dagelijks leven uit 24uurs zorg voor zoon, ook wanneer hij naar school ging, moest ik mee en zat op de gang. Vele discussies, ook veel mensen die het niet geloofden. Dit deed pijn. Ik zou "alles bedacht hebben" of "de diagnose geregeld binnen mijn professionele netwerk". De ergste verhalen gingen rond die ik binnen mijn gezin niet kon delen aangezien het ook met mijn man steeds slechter ging. Kleine stapjes die we maakten werden snel tenietgedaan. We hadden hem bijvoorbeeld eindelijk zover dat hij aan de overkant op het grasveld even buiten ging zitten met een vriendinnetje. 1 van de buren die overal vanaf wist wilde dat hij haar even kwam helpen. Toen hij zei dat hij niet ergens anders naar toe mocht (omdat hij niet kon zeggen dat hij dat niet durfde) werd hij belachelijk gemaakt en wij moesten niet zo overdreven doen. Hierna duurde het weken voordat hij weer een keer buiten durfde te zijn. De pesterijen begonnen. Hoe transparant we ook waren, veel mensen snapten het ook niet. Een dorpsgenoot kwam aan de deur en wilde het er uitgebreid over hebben. Toen ik zei dat: "dat nu niet kon omdat zoon het hoorde" stopte het niet. Op het moment dat ik mijn geduld verloor was het al te laat, zoon komt in een herbeleving langs rennen. Vanuit de deuropening hoor ik nog: ”oh nou dat is ook wat” een paar dagen later de opmerking: “kun je hem niet beter naar een instelling doen?”.

 

Deze jongen, die uit pure angst voor de daders, maar vooral voor zijn Ptss zich opsloot op zijn kamer en alleen nog bij zijn behandelaar kwam en een bevriende familie in het dorp, had op een gegeven moment You Tube ontdekt. Hij wilde filmpje maken over zijn uitvindingen en andere dingen. We maakten afspraken wat hij wel en niet mocht zeggen en doen en keken met een brok in de keel naar onschuldige filmpjes van een bleek toetje met af en toe wat wegrollende oogjes. We waren blij dat hij weer iets deed. Binnen een paar uur was het filmpje extreem veel gekeken en kreeg hij te horen dat er allerlei berichtjes door het dorp gingen dat hij niet ziek kon zijn, er was niets aan de hand "zie je wel. Kijk maar naar you tube". Dat was het laatste filmpje. Zo kan ik vele voorbeelden geven, Ik legde alles vast en hield alles bij; aantekeningen, opnames, mailwisseling, getuigen etc. het voelde als iets van houvast

 

Voelen en verwerken kwam ik niet aan toe, 1x kan ik me herinneren dat alles zo rustig was dat ik de luxe had om een kwartier weg te gaan met de hond. Het regende enorm en ik liep op een weg tussen de weilanden, er was niemand. Langzaam borrelde het in me op. Schreeuwend liep ik tussen de weilanden, boos op iedereen, onmacht! Uiteindelijk schreeuwend en huilend tegen een godheid en iedere engelen naam die ik kon bedenken dat ze mijn leven mochten verzieken, maar dat ze met hun poten van mijn kinderen af moesten blijven. Het sloeg nergens op en zag er vast niet uit. De hond boeide het niet en ik kwam iets opgelucht en met een gemaakt vrolijk gezicht weer thuis.

Dat hele lange jaar en ook daarna nog was mijn hoofd 24 uur per dag alle mogelijkheden aan het verkennen. Beslissingen aan het nemen, keuzes aan het maken en i.d.d als het fout liep: "had ik iets moeten zeggen, anders moeten zeggen, moeten weten', Zelfs wanneer anderen zich niet aan afspraken met ons hielden en het ging fout, dan kwam het uiteindelijk op mijn bord. Mijn schuld!

 

Alles was een gevecht. Toen het eindelijk wat beter ging en hij onder de medicijnen mee zou doen aan zijn eindmusical moesten we weer alles uit de kast halen om te zorgen dat hij daar veilig kon zijn. We moesten eindeloos praten om te zorgen dat de moeder van 1 van de daders niet kwam schminken en bij de musical zelf liepen de daders vrolijk rond en wilden zelfs de kleedkamer in. Gelukkig werden ze door iemand gestopt, de rest van het dorp keek toe.1 zei letterlijk: “Ik bemoei me er niet mee”.

 

We hoorden er niet meer bij, een groot deel van de mensen sprak alleen als ik iets zei en als ik iets over zoon zei veranderden ze het onderwerp. De daders hadden allang toegegeven en opgeschept dat ze het gedaan hadden, dus het nieuwe verhaal was dat hij het uitgedaagd had. Tot op de dag van vandaag weet ik niet wie er nu tegen waren, wie zich aansloten uit angst (snap ik de gevolgen voor wie ons steunden waren niet leuk), bij wie het ging om het delict, bij wie het ging om de Ptss en wie ik zelf mogelijk op afstand heb gehouden. Uiteindelijk zou ik in November de beslissing nemen dat het me ook niet meer kon schelen, ik wilde hier niet meer bij horen. Kon er ook niet meer tegen als iemand opeens positief zou reageren. Hoe dan ook door van dit alles niets te vertellen aan mijn man en zoons konden we ons focussen op gezond worden.

 

Eind augustus kreeg ik met pijn en moeite het bericht dat de zaak inmiddels toch weer naar de officier van justitie was, het was te zwaar voor ZSM en dat er twee officieren op waren geplaatst. Er zou nu wel snel duidelijkheid komen werd ons verteld. De herbelevingen waren sinds begin juli weg, de behandeling sloeg aan en zoon was blij met een nieuwe start op de middelbare school. Met Ptss naar school was af en toe zwaar, maar hij dissocieerde niet meer en had geen herbelevingen meer, hierdoor kreeg hij weer wat vertrouwen. Ik bracht hem dagelijks naar school, want met bijna alle jeugd uit het dorp over afgelegen wegen rijden zat er niet in, daarbij was hij inmiddels op drie na al zijn vrienden kwijt en zat de tweede dader ook op die school (de inschrijving was al voor de mishandeling). Met goede afspraken en samenwerking tussen behandelaar, mentor en ons ging het in eerste instantie goed. Nog steeds hadden we niets gehoord van het OM of de politie. Ik vroeg slachtofferhulp aan omdat ik er niet doorheen kwam, ze had snel contact maar kon weinig melden en gaf mij terug dat we af moesten wachten want: “we moeten dat overlaten aan de officier en eventueel de rechter” dat "wij daar geen partij in waren". Juridisch misschien juist, maar niet handig om te zeggen tegen een moeder die al 5 maanden 24uurs diensten draait en zich volledig alleen voelt staan.

 

Verschillende mensen, waaronder de huisarts, vonden dat we de aanklacht in moeten trekken (kan helemaal niet) want “het is zo zwaar voor de daders”.

 

Begin oktober komen er twee brieven van het OM de zaak is geseponeerd, er staat alleen een code bij. Weer kan ik nergens informatie krijgen, uiteindelijk leg ik contact met een juridische medewerker van slachtofferhulp. Hij weet mij uit te leggen dat deze code betekend dat de zaak bewezen is, dat mijn zoon hier geen schuld in heeft, maar dat de Officier niet overgaat tot vervolging ‘omdat andere maatregelen prevaleren’. Hij legt mij uit dat dit van alles kan zijn van een verbale tik over de vingers tot begeleiding door reclassering of….. en “Nee wij mogen niet weten wat dat dan is”. We kunnen tot 2 Januari in beklag gaan. Optimistisch als ik ben denk ik nog, dat nu de angst er voor de ouders en daders af is er misschien wel een gesprek mogelijk is. De wijkagent heeft mij namelijk enkele maanden geleden verteld dat hij zich er niet mee kan bemoeien tot er een uitspraak is.

 

Er gebeurt niets! Wat er wel gebeurt is dat er een terugval komt bij mijn zoon, zijn hoop op erkenning valt weg en daarmee zijn hoop dat dit stopt. Toch blijft hij door proberen, het huis kan hij nog steeds niet uit zonder ons.  Dat hij regelmatig een dader tegen komt daar leert hij mee omgaan (qua trigger). Wat hij niet vertelde, is dat de situatie op school steeds erger wordt, jongeren uit het dorp die over hem roddelen, tegen hem aan stoten, opmerkingen maken, buitenstaanders opstoken. Hij wil verder en zegt niets later hoor ik het van klasgenoten en vertelt hij het eindelijk. Op een dag mag hij op de fiets met een vriendin naar school gaan, ze nemen een andere route. Vriendin gaat die dag ziek naar huis en zoon kan alleen terug, zegt hij. Hij pakt de andere route. Helaas twee oudere jongens zien hem en gaan dezelfde route rijden, opmerkingen makend, uitlachend en als hij van de route afwijkt achter hem aanrijdend. Hij raakt gedissocieerd en heeft een megaterugval. De week hierop volgend kan hij niet meer naar school. Ik was net begonnen met een nieuwe baan en moest die na drie diensten opgeven. Terug bij af, langzaam dringt het door. Het verhaal van het seponeren is rondgegaan, maar dan zonder code natuurlijk. Mensen worden harder en grover. Een opmerking achter onze rug, een opmerking in een tuin net hard genoeg om te horen. Ik sta vaak alleen wanneer ik mijn jongste uit school haal. 

 

Het ergste is dat af en toe 1 van de buren mijn zoon nadoet terwijl hij in een herbeleving is, stampen op de trap en schreeuwen. Niet alleen gaat het ons door merg en been, ook zoon reageert erop.

 

Dan komt de dag dat diverse elastiekjes breken; mijn man gaat naar de arts, het gaat niet goed, ik ben met zoon naar zijn psycholoog. Wanneer man terugkomt gaat de bel, een buurvrouw. Buurvrouw geeft aan dat de herrie moet stoppen ( het gehuil, geren, gescheld en hulpgeroep van zoon tijdens herbelevingen) “wat is er toch aan de hand?” “pak hem eens aan”. Wanneer mijn man zegt dat, dat de Ptss is. Zegt ze: “Nou dat is toch helemaal niet gebeurd!”. Wanneer ik thuis kom met zoon vind ik mijn man trillend, hij is ook gedissocieerd geweest. Hij was zo boos en kon zichzelf met moeite stoppen na al die maanden, dat het elastiekje knapte. Hij weet niet meer wat hij gezegd heeft en heeft de deur dicht gedaan.

 

Nog 1x leg ik contact met de wijkagent, hij leeft mee, maar kan niets doen. (Mogelijk iets te maken met de klacht die door de ouders van daders is ingediend tegen deze agent). Ik hoor nog een: “ daarom raden we af om aangifte te doen in dit soort situaties”. Ik bijt hem toe “maak je niet druk dat doe ik ook nooit meer, de volgende keer trek ik hem zelf van zijn fiets af”. Wanneer ik thuis kom en zie wat er de afgelopen 7 maanden in ons gezin gebeurd is. Hoe we eraan toe zijn plus in mijn achterhoofd de woorden van het behandelteam van zoon: “we kunnen hem niet behandelen zolang jullie daar wonen en hij ze tegen blijft komen”. Een week ervoor zei ik nog: "we hebben geen geld en waar moeten we heen". Nu beslis ik ter plekke het is genoeg, noem het vlucht, ik noem het liever kiezen voor onszelf al zullen er elementen van beide in zitten. Vrij snel vind ik een superaardige vrouw die ons, zonder enig voorschot of gegevens, de sleutels van haar vakantiehuisje laat brengen (een dag later belt ze me “hoe heet je eigenlijk” haha). Ik marcheer 3 verdwaasde heren en een hond de auto in, met in de haast ingepakte tassen en de hondenmand en we rijden weg om nooit meer terug te gaan.

 

De strijd om te mogen herstellen is echter nog niet gestreden. Bijvoorbeeld wanneer ik een paar dagen later de dringende hulp van een maatschappelijk werkster van de gemeente in roep.

Ik vertel haar het hele verhaal en geef aan dat qua behandeling en begeleiding we de mensen om ons heen hebben, maar dat ik met mijn 24uurs diensten (en in een bos zonder wifi) geen formele zaken kan regelen. Ik vraag haar om mee te denken over financiën, aanvragen ed en dit over te nemen. Ik hoor nog 1 maal van haar, de week na kerst en dat was het. Ook de huisarts heeft nooit meer gebeld hoe het ging. Tot 2 januari liepen we met pijn in de buik, we wilden in beklag gaan maar dit werd ons ten zeerste af geraden want dat zou wederom de behandeling tegenwerken en een terugval veroorzaken. Dat zagen we zelf ook wel, dus deden we het niet.

 

Na dit alles had ik geen vertrouwen meer, voelde me overal verantwoordelijk voor en schuldig over en ging ik wederom een periode in van inhouden, prioriteiten stellen, gevoel weg stoppen, vechten voor mijn gezin en vooral doorgaan want het half jaar daarna zou minstens net zo zwaar worden.

 

Ik vertel dit niet om zielig te doen, de meeste mensen zullen inmiddels meer van mij gelezen en gezien hebben. Er breekt ook een tijd aan van groei tot voorbij het punt waarop dit alles startte in april 2015. We zijn er echt beter uitgekomen. Ik schrijf dit om meerdere redenen.

Ten eerste omdat ik vind dat ondanks dat we het goed gedaan hebben, we schandalig behandeld zijn door het gros van de professionals. Volgens mij voornamelijk door angst voor klachten (ouders deden dit veelvuldig) en vriendjespolitiek. Dezelfde ervaringen hoor ik in gesprekken met ouders nog dagelijks. Deze ouders zijn vaak nog bang vanwege hun afhankelijkheidspositie, ik niet meer. Voor ons is het, het verleden. Al kan ik ook nu nog niet alles schrijven wat ik zou willen. De ouders van de daders deden (denk ik) zo uit angst en liefde voor hun kind, de rest van de mensen had dit excuus niet. Dit moet veranderen.

 

Ten tweede om bewust wording te creëren, dit kan gebeuren in ons Nederland. Ik kom uit het werkveld en heb op veel plekken mensen uit mijn netwerk. Ik werd soms zachtjes gewaarschuwd of kreeg een tip. Deze hele zaak stinkt! Invloeden zijn ook in Nederland groot en zelfs na onze verhuizing hadden we soms nog flink last van lijntjes naar het oude dorp. Men dacht dat we dingen niet wisten of onze rechten niet kenden. We wisten het wel maar kozen voortdurend en uitsluitend voor ons gezin.

 

Ik heb meerdere keren de vraag gekregen waarom we geen civiele zaak zijn gestart voor smartengeld en schadevergoeding. In eerste instantie vanwege onze gezondheid, maar ook nu zouden we dit nog kunnen doen, de termijn is nog niet voorbij. Wij doen dit ondanks de enorme schulden die we gemaakt hebben niet, om de volgende reden; onze zoon was al getraumatiseerd door alle keren dat hij al te pakken was genomen vanaf 5 en half jaar. 6 jaar lang werd hij hier door school niet in gesteund en deed men aan blaming the victim, dit heeft de basis gelegd. Dan de Ptss en onze kosten. Ondanks dat we schandalig behandeld zijn door de twee gezinnen ( bv dat ik letterlijk een vader mijn huis uit heb moeten zetten, etc.) is de Ptss (in de visie die ik heb op Ptss) niet alleen veroorzaakt door de mishandeling, maar door een grote groep mensen waaronder vele professionals. Wij wilden dat die jongens stopten, dat er gerechtigheid kwam en dat ze zo nodig behandeld werden. Dit is niet meer onze verantwoordelijkheid. We hadden graag erkenning gezien en nog liever excuses. Maar we gaan niet financieel de verantwoordelijkheid leggen bij twee gezinnen waar heel veel mensen dan mee wegkomen. Wanneer de stille meerderheid op was gestaan en professionals hun werk hadden gedaan en/of die stap extra hadden gezet had het niet zover kunnen komen.

 

Als laatste het is onze missie om te zorgen dat dit niet voor niets is geweest! Wanneer ik nu ga verkondigen dat het allemaal hun schuld is, moet ik voor de rest van de tijd zwijgen over:  chronische stress, attitude in het onderwijs, generationele overdracht, de rol van de omgeving en over mijn visie op Ptss. Dat vertikken we. Het is nu onze verantwoordelijkheid om dingen te veranderen, om mensen te steunen die nu in deze situatie zitten. Want ik kan je vertellen; er zijn er duizenden met vaak ergere verhalen dan wij. Ook jij die dit leest weet dit nu, dus ook jij hebt een verantwoordelijkheid. Ik hoop dat je het pakt; als professional, als buurman, als leraar, als familie, als….mens. 

Denk niet dat het in jouw buurt niet zou gebeuren, dit was een nette wijk in een net dorp waar het kort houden van het gras in de voortuin en de schone ramen een grote prioriteit hebben.

Een langer verhaal dan gepland, er komt nog een vervolg op; 

Dank je wel voor het lezen