
Wie ben ik.
Wie ben ik wanneer ik niet zorg?
Wanneer tijd zich langzaam om mij heen vouwt, even enkel naar mij stroomt en de leegte zich oneindig uitstrekt over een veld van onveiligheid,
Wie ben ik, wanneer de weinige dankbare momenten, die mij, mijn bestaansrecht geven, stoppen. Niet meer nodig, afgedankt.
Wie ben ik, wanneer kwade blikken reageren op een grens zo zacht gesteld, dat zelfs voor mij, de fluistering van mijn stem klinkt als een illusie.
Wie ben ik, als ik paraat sta voor het geval ik nodig ben. Wakend, wachtend, offerend. Verlangd dat dit gezien wordt, erkend, gewaardeerd, liefgehad. Maar enkel schuld en afwijzing mijn kant op wordt gesmeten door hen met een andere ik.
Wie ben ik, wanneer ik gedesillusioneerd, keer op keer mijn hart en ziel biedt, om het leeggezogen terug te vinden in een hoek van de schuur.
Wie ben ik, wanneer ik alleen blijf op het moment dat ik mijn kruimel vraag. De angst voor eenzaamheid zo groot dat het vragen is gestopt.
Wie ben ik, wanneer alleen zorgen en geven nog verbinding geeft, een verbinding die ik in zou ruilen voor 1 moment van onvoorwaardelijke liefde.
Wie is dat toch, die maar blijft geven, aanpassen en smeken om gezien te worden, gehoord, gewaardeerd. Die al zolang wacht tot het haar beurt is. Die de gevolgen draagt van anderen hun keuzes, maar hier niets van mag zeggen, want dan valt ze uit de groep.
Die met al haar compassie geen nee meer kan zeggen omdat de schuld en verantwoordelijkheid altijd zwaarder voelen dan de uitputting. Omdat ze weet hoeveel pijn het doet en waar ze zichzelf hier niet tegen kan beschermen, probeert ze anderen te behoeden voor de pijn die ze verborgen draagt.
Wie ben ik, als dat allemaal stopt, wie is er dan voor mij? Wie ziet mij, hoort mij en waardeert mij?
Bij wie mag ik even wegdromen, lief en zacht, over wie ik wil zijn als ik ‘groot’ ben.
En hoe moet dat dan? Echt kiezen voor mijzelf. Help mij, ik weet niet hoe, ik heb het nooit gedaan.
Voor al die prachtige zorgende ouders, kinderen, broers, zussen, partners en anderen die zich hierin herkennen, groot en klein. Die met heel hun hart geven, maar soms ook even 'op' zijn of zich afgedankt en niet gezien voelen door anderen. Voor wie ‘zorgen’ een vorm van overleven is geworden.
Ik zie je, je bent prachtig, dankjewel voor wie je bent en wat je doet.
Photocredits: Tom Mossholder